Centraal in de Miensker Challenge staat de ‘ruimte om je heen’. Veel ruimte is van ons allemaal zoals bijvoorbeeld wegen, bermen, parken en bossen. Natuurgebieden en water worden beheerd door organisaties zoals Staatsbosbeheer en het Wetterskip. Of ruimte is eigendom van mensen of bedrijven, zoals je eigen tuin of weilanden van boeren. In alle gevallen hebben we wetten en regels die ons helpen al die ruimte te gebruiken en te onderhouden, waarbij we rekening houden met elkaar. Bij ruimte gaat het over oppervlaktes, bijvoorbeeld de oppervlakte van een voetbalveld. Ook over hoogtes; zo kun je een kerktoren al van ver zien, die neemt dus voor het oog veel ruimte in. Je kunt ook denken aan geuren. Boerenbedrijven nemen soms ontzettend veel ruimte in, omdat je ze al van ver kunt ruiken. Licht is ook een ruimtevreter. Een stad of dorp kun je in het donker al van ver zien liggen als je komt aanrijden. De ruimte onder de grond moet je zeker niet vergeten; kabels en rioleringen of CO2 opslag onder de grond in bijvoorbeeld leeggemaakte zoutkoepels. In de ruimte onder de grond zit ook het grondwater, cruciaal voor ons drinkwater en om in de zomer water te hebben voor de aardappels op het land. Zo zie je dat we de ruimte is om ons heen op veel verschillende manieren waarnemen: meten, ruiken, zien en voelen. De invulling van die ruimte is daarom heel belangrijk en er zijn steeds nieuwe vragen die om nieuwe oplossingen vragen. hoe willen we in 2030 de ‘ruimte om ons heen’ gebruiken? Belangrijke vragen vanuit de samenleving zijn het startpunt. We noemen deze vragen ‘uitdagingen’. De uitdagingen gaan over zes thema’s: wonen, mobiliteit, vrije tijd, werken, energie en water.
Wonen neemt veel ruimte en er zijn veel meer huizen nodig. Huizen blijven soms ook wel 100 jaar staan. Waar kan gebouwd worden, hor groot mag een huis zijn? Welk type huis is nodig? Hoe zorgen we voor de infrastructuur; water, riolering, wegen, elektriciteit, glasvezel en wie weet nog meer. Allemaal beslissingen voor de komende 30 tot 100 jaar.
Werk is heel duidelijk aanwezig in de ruimte. Werk gebruikt vierkante meters grond, maakt vaak geluid, is erg zichtbaar. Bedrijven lozen vreemde stoffen, gebruiken grondwater en elke dag zijn er veel mensen voor op pad. Waar mag een bedrijf staan, hoe schoon het moet zijn, hoeveel lawaai of overlast mag het geven? Milieu, bouwen en vervoer, allerlei vragen komen aan de orde.
Mobiliteit is belangrijk; we lopen, fietsen, rijden met de auto of met openbaar vervoer. Pakjes worden bezorgd, bedrijven en boeren gebruiken wegen, ambulance en brandweer moeten snel ergens zijn. Soms willen we snel, soms langzaam, we willen veilig vervoer en vooral altijd mobiel zijn. Rijden we op benzine, diesel of elektrisch? Met de auto of het openbaar vervoer? Veel vraagstukken om op te lossen.
In onze vrije tijd zoeken we graag de groene ruimte op. Sportvelden, bossen, mooie natuur om in te fietsen, water om te zwemmen of te varen. Ontspannen in de frisse lucht, zonder lawaai van wegen of andere mensen. Er is grote behoefte aan iets wat in Nederland erg schaars is: rust, ruimte en natuur.
Energie is volop in ontwikkeling. We willen geen gas meer gebruiken uit Groningen of olie uit Rusland. We kunnen zelf energie opwekken met zonnepanelen en windmolens. Dat neemt ruimte in. Waar mogen de windmolens staan, op zee of land? Maken ze lawaai, hoe groot zijn ze? Kan de stroom bij de huizen en bedrijven komen? Gaan we er waterstofgas van maken, zodat we in de winter onze huizen daarmee kunnen verwarmen? Waar komt de waterstoffabriek te staan? Willen we een kerncentrale in Friesland? Energie opwekken, bewaren of opnieuw gebruiken vraagt innovaties en keuzes.